Veldparelmoervlinder - Melitaea cinxia
De veldparelmoervlinder (melitaea cinxia) is midden jaren '90 van de vorige eeuw uit Nederland verdwenen maar het lijkt erop dat hij zijn rentree maakt op een paar plaatsen tegen de Belgische grens aan. De basiskleur van de veldparelmoervlinder is aan de bovenzijde oranjebruin met op de achtervleugel een rij kenmerkende ronde vlekkenen. De veldparelmoervlinder heeft een vleugellengte van 16 - 21mm.
|
Zowel de voor- als ook achtervleugels zijn evenredig verdeeld in segmenten. Aan de onderzijde van de achtervleugel bevinden zich zwarte vlekken welke karakteristiek zijn voor deze vlindersoort. De onderzijde van de achtervleugel is crèmekleurig met oranje banden en zwarte strepen en vlekken. In de buitenste oranje band bevinden zich smalle zwarte vlekken.
Maar ook in Nederland is het weer mogelijk om rupsennesten te vinden. De locaties worden voorlopig nog niet bekend gemaakt om deze vlindersoort de rust te gunnen een stabiele populatie op te bouwen. Het betreft hier populaties tegen de Belgische grens wat doet vermoeden dat wat vlinders zijn komen overvliegen.
Jonge rupsen zijn net als de volgroeide rupsen zwart en hebben een rode kop. Al in de nazomer gaan de rupsen overwinteren waarvoor ze een nieuw nest spinnen. In het voorjaar na de overwintering, meestal halverwege maart, maken ze een nieuw nest maar leven nu in kleinere groepen.
|
De veldparelmoervlinder is te vinden in kruidenrijke, droge en schrale graslanden. De waardplant is de smalle weegbree.....een kruid dat je werkelijk overal tegenkomt. In het buitenland, en dan met name Frankrijk kom ik de veldparelmoervlinder ook bijna overal tegen. In bermen naast smalle wegen in het binnenland van Frankrijk heb ik aan de zonzijde regelmatig (en veel) rupsennesten gevonden.
De veldparelmoervlinder vliegt van begin mei tot midden/eind juni in meestal één generatie (in een extreem warme periode wil weleens een 2e generatie vliegen). De eitjes worden in grote groepen aan de onderzijde van het blad van de waardplant afgezet. De rupsen leven in grote groepen in spinselnesten op de waardplant.
De rupsen voeden zich van het jonge blad van de waardplant. Tegen de tijd dat ze gaan verpoppen leven ze solitair. De verpopping vindt plaats in de dichte vegetatie en/of strooisellaag. Begin mei komen dan de eerste vlinders uit de pop die op zoek gaan naar nectarrijke kruiden zoals knoopkruid, margrieten en andere bloemen.
|
Heel veel aanspraken heeft deze soort niet behalve dan dat hij niet gebaat is bij vers groen gras en bemesting. Gewoon lekker schraal droog onbemest en niet onderhouden grasland....het zou mooi zijn als deze soort weer terugkeert in Nederland!
UP-DATE VELDPARELMOERVLINDER:
Toen ik de foto's van de rupsen maakte had ik nog de hoop dat ik het resultaat, namelijk de vlinder, in de Dordogne zou kunnen fotograferen. Daar is de veldparelmoer nog een algemene vlinder en vaak een van de eerste parelmoersoorten die je kunt vinden.
Helaas heeft Covid-19 roet in het eten gegooid en zullen tripjes naar het buitenland er voorlopig niet inzitten. Voor mij geen Franse Veldparelmoervlinder. De eerste Nederlandse vlinders van deze soort zijn al uit de pop; de echt piek zal echter pas over ongeveer twee weken zijn. Ik hoop dat iedereen die deze soort hoog op zijn/haar verlanglijstje heeft staan er verstandig mee omgaat. De Nederlandse populaties zijn klein en erg kwetsbaar terwijl deze soort in Frankrijk in veel regio's zeer algemeen is. Heb geduld en wacht totdat je deze soort vanzelf in het veld tegenkomt i.p.v. naar de Nederlandse plekjes af te reizen. |
29 april 2020: Ruim een maand geleden heb ik gekeken of rupsennesten van de veldparelmoer kon vinden; die waren er wel maar naar mijn idee minder dan het jaar ervoor. Nu ben ik niet alles gaan afspeuren; ik loop een stukje het veld in en scan de plekken waar ik ze de voorgaande jaren gezien/gevonden heb.
|
23 februari 2019: Door de warmere temperaturen van de laatste week was ik benieuwd of de rupsen van de veldparelmoervlinder al actief zouden zijn. Omdat de zon vandaag sterk scheen ben ik naar het veld gereden maar op de plekken van vorig jaar kon ik geen nest vinden.
Uiteindelijk heb ik diverse rupsennesten kunnen vinden; van sommige waren de rupsjes nog heel klein maar van twee nesten waren de rupsen al wat groter. |
4 juni 2019: Het gros van de poppen is al uitgekomen en nog aan het uitkomen. Ik ben niet terug naar het veld gereden om geen poppen kapot te trappen. In Frankrijk is deze soort vrij algemeen en tijdens mijn vakantie in de Var was dit de trouwste soort die al volop vloog (20 april) en die ik elke avond vond.
Regelmatig zaten ze op deze gele bloemknoppen te rusten en bij deze compositie kon ik niet weerstaan en ben ik plat op de grond gaan liggen voor een doorkijkje. |
Doordat het veld doorboord was met donkere gaten van de woelmuis duurde het even voordat ik het eerste nest gevonden had. Even dacht ik dat er echt maar een nest was maar gelukkig vond ik een stukje verderop nog diverse rupsennesten.
Behalve de rupsen zijn ook hun plaaggeesten uit de winterslaap ontwaakt. Bij bijna elk nest vond ik een sluipwesp (Pteromalus puparum).
|
10 maart 2018: Ondanks dat het een week geleden nog winter was heeft de temperatuur van de afgelopen dagen ervoor gezorgd dat de natuur, o.a. de rupsen van de veldparelmoervlinder, ontwaakt.
Zoals je links in de rode cirkel kunt zien zaten sommige in het gras rondom het nest te rusten maar een paar waren helaas al bezig de rupsen te infecteren.
|
Van elk rupsennest zullen slechts een paar over twee maanden het vlinderstadium bereiken.
23 mei 2018: De eerste generatie Brabantse veldparelmoervlinders.
|
8 april 2018: In de week nadat ik bovenstaande foto's had gemaakt is de winter nog een keer flink teruggekeerd en heeft het dagen gevroren waardoor de rupsen opnieuw een pauze hebben ingelast. Na de vorstperiode werd het eindelijk lente en begon ook hun waardplant, de smalle weegbree te groeien. De groei van de rupsen gaat geleidelijk want ze houden heel erg van rusten en zonnen!
Begin mei waren de meeste rupsen volgroeid. De rupsen spinnen een soort nest laag boven de grond om te verpoppen. Dit dient ter bescherming van vijanden. Opvallend was ook dat er aardig wat poppen bij elkaar hingen en dat ze droge bladeren, stokjes of schors mee hadden ingesponnen en er een stevig nestje was ontstaan.
|