Heideblauwtje - Plebejus argus
Het heideblauwtje is met een vleugellengte van 14 mm een wat kleiner blauwtje waarbij het mannetje helderblauw is met een duidelijke witte rand (franje). Het vrouwtje is donkerbruin met aan de rand wat oranje vlekken en zonder witte franje.
|
Wie enigszins verstand heeft van vlinders verwisselt het heideblauwtje niet met andere blauwtjessoorten; tenminste niet in Nederland. Buiten Nederland wordt het alweer een stuk lastiger omdat daar ook het vals heideblauwtje te vinden is. Het mannetje heideblauwtje heeft een determinatie-kenmerk, namelijk een spoor aan de scheen van zijn voorpoot; deze is echter zonder loep niet zichtbaar.
Zoals de naam al aangeeft, is het heideblauwtje vooral te vinden in gebieden met heide. De waardplant is de struikheide maar een enkele keer zijn ook rupsen op dopheide te vinden. In Nederland vliegt het heideblauwtje in een generatie van midden juni tot begin augustus. Elders in Europa vliegt regelmatig nog een tweede generatie.
's Avonds komen de vlinders vaak bijeen om aan bijvoorbeeld pijpenstrooitje een slaapgezelschap te vormen. |
De onderkant van de vleugels is bij het mannetje lichtblauw/grijs en bij het vrouwtje bruin/beige. Op de onderkant van de achtervleugel bevindt zich langs de achterrand een brede oranje band met zwarte vlekken die zilverkleurig bestoven zijn. De zwarte vlekken op de onderkant van de vleugels zijn groot en rond en meestal omgeven door een lichte ring; op de onderkant van de voorvleugel bevinden zich geen wortelvlekken. Zowel verse mannetjes als vrouwtjes hebben aan de onderkant van de achtervleugel een paar krachtige blauwe vlekken.
◄ Het verschil tussen het heideblauwtje en het vals heideblauwtje is dus een bijna onzichtbaar spoortje....
|
Het heideblauwtje overwintert als ei en de rupsjes sluipen ongeveer half maart uit het ei. De rupsjes eten jonge uitlopers van de waardplant en verpoppen of laag in de strooisellaag of laten zich door mieren mee nemen om in het mierennest te verpoppen.
Het heideblauwtje komt op sommige plekken in Nederland in grote aantallen voor maar is in zijn geheel sterk achteruit gegaan waardoor hij nu telt tot een schaarse vlinder. In een paar gebieden waar ik deze vlinder vroeger aantrof is hij volledig verdwenen. Hij heeft de status 'beschermde' vlinder gekregen maar om deze vlinder in Nederland te behouden moeten er beheermaatregelen zoals begrazing en op kleinschalig niveau plaggen, worden toegepast. Deze soort is gebaat bij jonge heideplanten die voor de rupsen voedzaam zijn.
19 juli 2017: Twee weken terug heb ik deze foto genomen van een mannetje (voorgrond) en vrouwtje heideblauwtje. Ik was zeer benieuwd of en in welke aantallen ik ze zou aantreffen omdat vorig jaar rond dezelfde tijd een zeer groot deel van hun leefgebied voor weken onder water stond. Tijdens mijn eerste bezoek vond ik slechts drie exemplaren omdat het toen erg warm werd vond ik tijdens mijn tweede bezoek al wat meer blauwtjes maar nog steeds geen schokkende grote aantallen. Afgelopen weekend ben ik er midden op de dag geweest maar helaas heb ik geen enkele vlinder zien fladderen. Nu maar hopen dat de soort zich op die plek hersteld.
|
De foto links van de parende vlinders heb ik halverwege juni in de Eifel opgenomen op een plek waar het krioelde van de heideblauwtjes.
|