Kleine vuurvlinder - Lycaena phlaeas
De kleine vuurvlinder (ook wel vuurvlindertje genoemd) heeft een vleugellengte van plus/min 13 mm.
De bovenkant van de voorvleugel is oranje met zwarte vlekken. De achtervleugel is bruin met onderaan een dikke oranje band; soms bevinden zich boven de oranje band een paar blauwe schubben. De onderkant van de vleugels is grijsbruin/beige met vage zwarte vlekken en een smalle oranje band.
|
De kleine vuurvlinder is een algemene vlinder die in heel Nederland voorkomt en van april tot oktober in drie generaties vliegt. De soort vliegt in open droge gebieden, heidevelden, duinen, braakliggenden terreinen, tuinen; vooral op plekken die schraal zijn. De waardplant is veldzuring en schapezuring maar ook krulzuring.
Na ongeveer twee weken kruipt het rupsje uit het ei en begint aan de onderzijde van het blad te eten.
Als de rups wat groter is, na ongeveer twee weken, wordt niet meer de onderzijde maar het hele blad gegeten.
Net als bij de blauwtjes rust de rups een dag om vervolgens zich met draden ergens vast te zetten.
16 dagen later is een kleine vuurvlinder uit de pop gekomen en weggefladderd (zonder foto).
Deze pop was een stuk groter dan de rups die ik eerder had en in beginsel wist ik ook niet zeker welke vuurvlinder uit de pop zou komen.
|
De eitjes worden aan de onderzijde aan de rand van het blad afgezet (zeker bij veldzuring) of op het blad zoals hier het geval was bij de schapezuring.
De vraatsporen zijn goed zichtbaar, de rups eet nooit grote stukken ineens maar maakt kleine doorzichtige plekken in het blad waardoor het blad groen blijft.
Na ongeveer drie weken is de rups volgroeid.
Nadat de rups in pophouding was gaan rusten duurde het nog bijna twee dagen eer ze in een pop was veranderd.
Per toeval had ik een tweede rups van de kleine vuurvlinder (tussen de rupsen van een andere vuurvlinder) en die is tussen de zuring gaan hangen.
De vleugeltekening was goed zichtbaar en het was duidelijk dat het alleen de kleine vuurvlinder kon zijn.
Na twee weken is de vlinder uit de pop gekomen en in vrijheid weggevlogen. De volgende, derde generatie zal nog uit de pop komen maar tegen de tijd dat het weer kouder wordt gaan de rupsen halfvolgroeid overwinteren en pas in het voorjaar weer eten en verpoppen zodat vanaf april de eerste kleine vuurvlinders weer fladderen. |
Ondanks dat de kleine vuurvlinder in Nederland een vrij algemene vlinder is, kom ik deze soort steeds minder tegen. Ik weet nog dat ik in het voorjaar van 1996 of 1997 wandelde en het eind april krioelde van de kleine vuurvlinders en ik diverse paringen zag. De plekken van toen, namelijk bloemrijke slootranden en bermen bestaan niet meer. Alles wordt intensief gemaaid en de sloten worden elk jaar uitgebaggerd waardoor dieren en planten het niet overleven.
Tijdens mijn speurtochten door de natuur kom ik de kleine vuurvlinder wel geregeld slapend tegen, vooral eind augustus/begin september in heidegebieden of op bloemenvelden. Meestal zitten ze goed gecamoufleerd aan bruine oude bloemknoppen.