Klein koolwitje - Pieris rapae
Het klein koolwitje is een algemene vlinder in Nederland die overal verspreid in het hele land voorkomt en een voorvleugellengte heeft van 21-27 mm. De vlinder is te vinden in tuinen, parken, bloemrijke graslanden en bij bos- en akkerranden.
Zowel het mannetje als het vrouwtje heeft op de voorvleugel twee vlekken; bij het vrouwtje zijn deze vlekken groter en zwarter dan bij het mannetje. |
Bijna alle koolsoorten staan op het menu van de rups. De eitjes worden vaak bij elkaar op diverse blaadjes van een plant afgelegd en binnen een mum van tijd kan de rups voor behoorlijk wat schade aan de koolplanten zorgen. Elk jaar plant ik diverse koolsoorten in mijn moestuin en elk jaar dienen ze als rupsenvoer voor de koolwitjes.
Zodra de rupsen volgroeid zijn gaan ze op zoek naar een geschikte plek om te verpoppen. Rupsen van de koolwitjes kiezen naast natuurlijke ook kunstmatige plekken. Onder de vensterbank, tussen de spleten van de muur, op de muur, tussen houtopslag en op kunststofbakken heb ik al poppen van koolwitjes gevonden.
Omdat veel poppen niet zo goed verstopt (gecamoufleerd) zijn, overleven ze de winter niet altijd omdat ze door hun natuurlijke vijanden gevonden kunnen worden. Mezen zijn in de wintermaanden erg actief met het afzoeken van raam- en deurspleten naar lekkere hapjes. Net als de andere koolwitjes soorten wordt ook deze soort, de rupsen, vaak geparasiteerd door sluipwespen.
|
Het klein koolwitje vliegt van april tot begin oktober in drie generaties die elkaar soms kunnen overlappen.
Deze vlindersoort heeft een groot assortiment aan waardplanten en in het voorjaar worden de eitjes meestal op wilde kruisbloemige plantensoorten gelegd. De zomergeneratie kiest vaak de aanwezige moestuinplanten. De rups van het klein koolwitje lijkt erg veel op de rups van het klein geaderd witje met het verschil dat de rups van het klein koolwitje ook een lichte gele streep midden op het lijf heeft.
|
De overwintering vindt als pop plaats en zodra de temperaturen in het voorjaar stijgen komt de pop tot leven en begint het transformatieproces tot vlinder. Als een van de eersten komt het klein koolwitje uit de pop en is de vreugde groot als ik deze vlindersoort zie fladderen.