De veenbesparelmoervlinder is een zeer zeldzame en zeer bedreigde parelmoervlinder die slechts op enkele locaties in Nederland, in hoogveengebieden, nog voorkomt. In 2008 ben ik op een mooie zomerdag in juni om 02.30 uur in de auto gestapt en naar Drenthe vertrokken in de hoop deze mooi vlinder en het veenbesblauwtje te kunnen aanschouwen en fotograferen. Net voor zonsopkomst was ik ter plekke maar omdat ik niet wist waar ik precies moest zijn en ik foto's van deze vlinders op veenpluis had gezien ben ik eerst rondom een ven gaan zoeken en behoorlijk diep in het veen weggezakt. Het heeft mij heel veel moeite gekost om op eigen kracht er weer uit te komen..... Uiteindelijk heb ik een paar rustende veenbesparelmoervlinders op dopheide gevonden en kunnen fotograferen.
De kans om een veenlijk te worden laat ik sinds 2008 aan mij voorbij gaan en telkens als ik een moerasgebied in hogere gebieden in Oostenrijk bezoek, hoop ik nog een keer op een spontane ontmoeting met deze mooie vlindersoort. Maar ook elders heeft deze vlindersoort het zwaar door ontginning, afwatering, recreatie en opwarming van de aarde....misschien dat het ooit nog tijdens een vakantie in Zweden gaat lukken deze vlindersoort opnieuw te ontmoeten. 28 juni 2014: 6 jaar en 2 dagen later heb ik opnieuw kennis mogen maken met deze mooie vlindersoort in de Hoge Venen in België.
1 Comment
De kleine vos is een oranje/roodbruine vlinder met een vleugellengte van 22 - 25 mm. Op de voorvleugel bevinden zich enkele zwarte en lichte vlekken en op de ondervleugel langs de vleugelrand een rij met blauwe maanvlekken. De kleine vos is een zeer algemene vlinder in Nederland die overal voorkomt.
De kleine vos overwintert als vlinder en zoekt daarvoor meestal een koele en donkere plekken op zoals garages, kelders, andere gebouwen, grotten, holle bomen of tussen opgeslagen hout. Om te kunnen overwinteren hebben ze een grote energievoorraad nodig .
De koninginnenpage is met een vleugellengte tussen de 32 en 41 mm Nederlands grootste dagvlinder. Vroeger kwam de koninginnenpage slechts sporadisch voor in Zuid-Limburg. Ik herinner mij nog hoe blij ik was dat ik de koninginnenpage in 1993 in Frankrijk kon fotograferen.
De koninginnenpage, onmiskenbaar een van de mooiste vlinders van Nederland! Eind augustus 2013 ben ik naar een wortelveld gereden om voor een vriend rupsen van de koninginnenpage te verzamelen en op te kweken. Slechts 1 veld was (nog) niet bespoten en op het stukje waar de tractor het land oprijdt vond ik meteen diverse rupsen. Ik ben nog twee keer teruggegaan, ook om loof voor de rupsen te oogsten en in totaal heb ik rond de 25 rupsen meegenomen. In grote insectendozen hebben ze op de keukentafel gegeten en gegeten totdat ze volgroeid waren. Deze lichting rupsen was zeer gemakkelijk want ze accepteerden de aangeboden takjes vlot en sponnen zich eraan vast. Vanaf dat moment duurde het ongeveer twee dagen voordat de rups ging veranderen in een pop (bijna allemaal 's nachts).
Op 16 september zag ik dat een rups nog niet veranderd was en ik had tijd, dus ondernam ik een poging en na vier uur wachten en een stijve nek was het zo ver. Helaas waren de weersomstandigheden van dien aard dat buiten fotograferen onmogelijk was. Ik heb binnen achter het serreglas met uitzicht naar buiten/groen de pop klaar gezet. De lichtomstandigheden wisselden continue van erg donker met een lage sluitertijd tot zon met een iets snellere sluitertijd. De ISO had ik op 100 laten staan en omdat het serreglas getint is heb ik de hele serie met niet al te snelle sluitertijden gefotografeerd. Ondanks de vele bewegingen die de rups/pop maakte heb ik een serie met scherpe beelden. Heel erg blij was ik met het feit dat toen de rups echt begon te bewegen de zon scheen en de grote donkere wolken voor 10 minuten uitbleven! Update 27 oktober 2013: Ongeveer de helft van de poppen heb ik een maand geleden weggeven en de andere helft in mijn vlinderkast buiten neergezet. De vlinderkast is een houten frame afgewerkt met vliegengaas en staat uit de zon; in de kast heerst dus altijd dezelfde temperatuur als buiten en de wind waait er ook doorheen. Als het in de herfst nog een keer zomer wordt dan voelen de vlinderpoppen dit ook en aangezien de koninginnenpage van nature een vlinder van de warmere gebieden is, is helaas een groot deel van de poppen halverwege oktober uitgekomen. Een deel is weggevlogen, een paar konden niet vliegen (er stond een stevige wind) en bleven in de bak en voedden zich van honingwater en een vlinder wilde niets......met vleugels dicht heb ik hem dood gevonden. Met de MP-E 65 mm kon ik de vlinderschubben fotograferen: De rechtse foto is 5:1 en op deze foto is duidelijk te zien dat de schubben variëren in afmetingen en vormen afhankelijk van de kleur. De oranje schubben zijn smaller en hebben 1 puntje, de beige schubben zijn breder en hebben een extra inham en de blauwe schubben zijn helemaal rond.
De distelvlinder is een grote oranje vlinder die een vleugellengte van 26-30 mm heeft. Net zoals de atalanta is de distelvlinder een trekvlinder die elk voorjaar vanuit Zuid-Europa en Afrika naar Nederland komt gevlogen. De distelvlinder komt verspreid over het hele land voor; de aantallen kunnen per jaar sterk wisselen en soms is er sprake van een echte invasie.
Toch knap te bedenken dat een vlinder duizenden kilometers vliegt voor het voortbestaan. 15 augustus 2014: Een week geleden een grote rups van de distelvlinder op bijvoet gevonden; deze waardplant was voor mij volledig onbekend; deze rups is ondertussen pop geworden. Vandaag opnieuw gezocht en in twee gebieden twee nog niet volgroeide rupsen gevonden die nog allebeide diep verscholen/ingesponnen een nestje in de akkerdistel hebben. 20 augustus 2014: Bij een constante temperatuur van rond de 20 graden is gisteren na precies 10 dagen de distelvlinder uit de pop gekomen en vanochtend begonnen aan zijn levensreis.
Het klein koolwitje is een algemene vlinder in Nederland die overal verspreid in het hele land voorkomt en een voorvleugellengte heeft van 21-27 mm. De vlinder is te vinden in tuinen, parken, bloemrijke graslanden en bij bos- en akkerranden. Zowel het mannetje als het vrouwtje heeft op de voorvleugel twee vlekken; bij het vrouwtje zijn deze vlekken groter en zwarter dan bij het mannetje. Het klein koolwitje vliegt van april tot begin oktober in drie generaties die elkaar soms kunnen overlappen.
De overwintering vindt als pop plaats en zodra de temperaturen in het voorjaar stijgen komt de pop tot leven en begint het transformatieproces tot vlinder. Als een van de eersten komt het klein koolwitje uit de pop en is de vreugde groot als ik deze vlindersoort zie fladderen.
De zilveren maan is een parelmoervlinder die te herkennen is aan de zwarte vlek aan de onderzijde van de achtervleugel. Vroeger was de zilveren maan een algemene soort in Nederland maar tegenwoordig komt hij nog maar op enkele plaatsen voor. Deze dagvlindersoort houdt van vochtige, voedselarme graslanden en moerassen met viooltjes (de waardplant). Omdat ik de soort in het buitenland (Duitsland, Frankrijk en België) regelmatig ben tegengekomen heb ik nog nooit een Nederlandse zilveren maan gezien. Het opvallende is dat deze soort vrij plaatselijk voorkomt. In 2006 ben ik op een kleine weg in de Dordogne gestopt omdat ik een aparte bloem had zien staan en dat was mijn eerste ontmoeting met de zilveren maan. Jaren later, in 2011 was ik weer in de Dordogne en ben ik naar het stukje gereden en exact op dezelfde locatie zit 5 jaar later de zilveren maan op een bloemknop. Dit is het leefgebied van de zilveren maan in een kleine kom op een heuvel in België. Rondom deze kom is landbouwgebied en er grazen koeien. Een goed verscholen vlinderoase.
In 2014 ga ik dit gebiedje zeker weer bezoeken en dan hoop ik dit vlinderblog aan te kunnen vullen met een foto van een ei of rups van de zilveren maan!
De citroenvlinder (gonepteryx rahmni) is na de winter een van de eerste vlinders die de lente aankondigt. De mannetjes zijn donker geel/lichtgroen, de vrouwtjes lichtgeel en van alle Nederlandse vlinders leeft de citroenvlinder het langste; hij kan bijna een jaar oud worden. Kenmerkend voor de citroenvlinder is dat hij nooit met open vleugels rust. Ondanks dat de citroenvlinder overal voorkomt realiseerde ik mij ergens in 2008 dat ik nog nooit een rups van deze soort had gezien. Omdat ik toen een klein leeg stukje in de tuin had, maakte ik plannen om de waardplant, zijnde vuilboom (rhamnus frangula), aan te planten.
Missie citroenvlinder geslaagd! Dankzij de vuilbomen (het zijn echt geen boompjes meer) is er elk jaar nieuw nageslacht al moet ik wel zeggen dat ik nooit meer naar eitjes gezocht heb. Omdat de citroenvlinder nooit met open vleugels ergens zit of rust had ik mij voorgenomen hem in de vlucht te fotograferen als de kans zich voordeed.
De citroenvlinder is goed in de camouflage en als hij wil rusten kruipt hij weg op plekken waar je hem niet gauw zult ontdekken. Hij kruipt graag laag weg onder lichtgroene bladeren of wat hoger tussen het verse blad van klimop. Op dit soort plekken overwintert hij ook als vlinder. Soms heb je geluk en komt er een minder actief (lees: vliegt niet onmiddellijk weg voor een fotografe) exemplaar voorbij. Dat is bijvoorbeeld vroeg in de ochtend of midden op de dag als het heel erg warm is. De citroenvlinder, een 'doodnormale' Nederlandse vlinder die mij elk voorjaar weer blij weet te maken! 1 november 2014: En zo overwintert de citroenvlinder, geheel onopvallend kruipen ze weg tussen de klimop. Nadat ik de foto had genomen (al op 10 oktober) bewoog de vlinder nog een keer door zich op te trekken en parallel onder het blad te gaan hangen. Niemand die deze vlinder nog kan vinden!
|
VLINDERBLOGDit blog wordt NIET meer bijgewerkt. Per vlindersoort heb ik een informatieve pagina gemaakt die regelmatig wordt bijgewerkt. ZIE VLINDERINFORMATIE en kies dan de soort. Vlindersoorten
All
|